Brugmomenten

Eens de hybride leeromgeving (HLO) loopt, is het belangrijk om verschillende momenten te blijven voorzien waarin onderwijs en werkveld elkaar kunnen vinden. Hoe kan je deze brugmomenten op het grensvlak vormgeven? Welke mogelijkheden zijn er?

Verschillen in niveaus

Deze verbindende momenten starten eigenlijk al vanaf de kennismaking (zie ook ‘Draagvlak’ en ‘Afspraken’). Brugmomenten kunnen op verschillende niveaus zitten:

  • Micro niveau – leerproces leerling: De leerling/student doet van alles op school en op de werkplek. Hoe ontwerpen we daar een brug voor zodat er meer overdracht en afstemming tussen leerkracht/docent – leerling/student – werkplekbegeleider kan plaatsvinden?
  • Meso niveau – organisatie: Hoe/wanneer stemmen de uitvoerende partijen met elkaar af over bv. ureninzet, schoolvakanties, werkkleding, aanmelden op de werkplek, kwaliteitszorg etc.?
  • Macro niveau – strategisch: Hoe/wanneer wordt onder partners (blijvend) afgestemd over: Waarom doen we dit met elkaar? Wat zijn de werkgaranties en wat betekent dit voor het opleiden voor de sector en de regio?

We moesten bewust bewaken dat de brugmomenten niet slechts één niveau behandelen: (bv. enkel over het leerproces van de leerling/student), maar alle niveaus. Bijvoorbeeld, wat leert een leerling/student bij deze opdracht op de werkplek (micro) en wat is daarvoor nodig (meso)? Daarbij is het van belang om ook steeds het hogere doel ‘waarom doen we dit met elkaar’, te blijven koppelen (macro). Op het macroniveau komen vaak ook andere stakeholders in beeld zoals lokale besturen, sectororganisaties,…

Brugmomenten zijn de fundamenten voor succesvolle HLO’s.

[expert]

Brugmomenten gaan eigenlijk over ‘het elkaar vinden’ op het grensvlak tussen onderwijs en werkveld.

[procesbegeleider]

Verschillen in overlegstructuur

We bundelden enkele voorbeelden ter inspiratie bij het opzetten van brugmomenten. Zo zagen we verschillende mogelijkheden in de overlegstructuur:

  • Er kan op bepaalde momenten gewerkt worden met verschillende groepen die elk hun eigen doel hebben: bv. een ontwerpgroep (vormgeven van opdrachten), een ontwikkelgroep (grotere lijnen, organisatie) en een stuurgroep (strategische aansturing).
  • We zagen ook voorbeelden met een kernteam; waarbij personen in eerste en tweede lijn betrokken zijn om inbedding in de school/het bedrijf te waarborgen. Personen in de tweede lijn vangen op wanneer de personen in de eerste lijn afwezig zijn/uitvallen, zodat de opvolging van de HLO steeds gewaarborgd blijft.

Verschillen in wie betrekken

Bij het maken van afspraken rond brugmomenten, kan nagedacht worden over overdracht in verschillende richtingen: tussen de werkplekbegeleiders, tussen de docenten/leerkrachten, maar vooral ook tussen deze groepen onderling en van schoolleiding naar bedrijfsleiding. Met heldere afspraken over wie wat doet en hoe hierbij voor overdracht gezorgd zal worden. Verder zagen we vaak dat er nagedacht werd over hoe school naar werk te halen. Maar, ook voor de omgekeerde beweging kan er aandacht zijn: bv. gastlessen door werkveld, rolverbreding door simulant spelen, debriefing bij rollenspellen, feedback bij terugkommoment op school.

Daarnaast is het van belang om op voorhand na te denken over het betrekken/informeren van het extended team om lokale inbedding/voeling houden te garanderen (bv. de leidinggevenden, beleidsondersteuners/HR, vakgroep/team). Hoe houden zij voeling/vinger aan de pols met hun medewerkers/collega’s eens de HLO’s lopen (en bv. leerkrachten/docenten veel minder vaak op school zijn)? Het werken met een breder lerend netwerk (buiten de HLO’s) als klankbord werd in onze trajecten ook als positief ervaren. De personen in dit lerend netwerk kunnen de rol opnemen van kritische vrienden, zelf inspiratie oppikken en verder delen. Er hoeven niet altijd nieuwe structuren bedacht te worden. Vaak kan je ook aanhaken bij bestaand overleg met aanpassing/uitbreiding. Bv. werkplekbegeleidersoverleg, lerende netwerken, beroepsfora, sectorale partnerschappen, lokale overlegfora, klankbordgroepen werkveld,…

Ik zou achteraf bekeken de collega’s, HR en leidinggevenden sneller betrekken. Van begin af aan, maar weloverwogen. Die mensen hebben ook weinig tijd.

[werkplekbegeleider]

Het is soms wel een serieuze puzzel om samen te komen. De bedrijven plannen graag goed vooruit, maar de scholen hebben hun lessenroosters vaak pas laat.

[bruggenbouwer]

Verschillen in hoe vaak samenkomen

Er waren ook veel verschillen in de frequentie van brugmomenten en wie daarbij betrokken werd. Het onderhouden van regelmatige contactmomenten kan soms moeilijk zijn. Sommige teams kwamen wekelijk samen, anderen maandelijks. We zagen vaak een vast 2 tot 4 wekelijks overlegmoment met het kernteam dat instaat voor het ontwerp. Er moet ook voldoende ontwikkeltijd voorzien worden tussendoor. Bij scholen moet er rekening gehouden worden met (beschikbaarheid van) lessenroosters, examens, stages en vakanties. Bij de bedrijven met shiften, vaste meetings, werkritme en -verloop. Tijdig ingeplande brugmomenten waren cruciaal om samen te komen met het extended team (bv. de leidinggevenden, beleidsondersteuners/HR, vakgroep/team). Hierbij geldt als stelregel: spaarzaam en gericht overleg, bv. 2-4 jaarlijks. Het is belangrijk dat iemand expliciet de rol op zich neemt om deze brugmomenten in te plannen, tijdig in de agenda’s te krijgen en praktisch-organisatorisch voorbereidt (zie ook het deel over ‘bruggenbouwers’ bij ‘Afspraken’).

Informele en ad hoc brugmomenten

Investeer daarnaast ook sterk in het informele (veilig klimaat, gezelligheid,…). In onze trajecten werd bv. samen bepaalde kleine/grote mijlpalen vieren, samen eten, voldoende ruimte voor inloop en pauze, samen op stap naar andere HLO’s, gedeeld vervoer etc. Om dit informele goed in te bedden, kan het goed werken om afwisselend bij elke partner afspreken om vertrouwd te geraken met elkaars omgeving. Of, net op een vaste, vertrouwde locatie (bv. centraal in de HLO op een bedrijventerrein). Als er dingen gebeuren die (voor een van de partijen) niet zijn afgesproken, maak dit dan bespreekbaar. En bespreek vooral op voorhand hoe jullie dit gaan doen (bv. via wie of op welk brugmoment?).

Voor mij waren de bijeenkomsten echt quality time. Ik genoot ervan om gelijkgestemden te leren kennen en bij de bedrijven te mogen gaan kijken. Vaak aten we ook samen en maakten we het gezellig.

[docent/leerkracht]

De driehoek is nu niet op orde; het gesprek tussen student, school en bedrijf. Buiten de verplichte nummertjes is er eigenlijk geen contact. Ik heb er zelf ook niet in geïnvesteerd om dat anders te krijgen. Maar ik denk dat dit wel de basis is die we eerst op orde moeten krijgen.

[leerkracht/docent]

Achtergrond bij brugmomenten

Brugmomenten in HLO’s gaan eigenlijk over ‘het elkaar vinden’ op het grensvlak tussen onderwijs en werkveld. Grenzen zijn “verschillen tussen praktijken die leiden tot problemen of uitdagingen in actie of interactie” (Bakker & Akkerman, 2016, p. 11). Vanuit de literatuur wordt in dit verband gesproken over boundary crossing: de inspanningen die mensen leveren om (in dit geval leer- en werk-)praktijken te verbinden. Grenzen overbruggen, kan op verschillende manieren (Wenger, 1998) die we vertaalden in onze eigen trajecten:

  • Via grensinteracties: We gingen o.a. op zoek naar hoe we zinvolle gezamenlijke momenten konden inbouwen tussen leerkrachten/docenten en werkplekbegeleiders. Bv. samen op een afdeling begeleiden en lesgeven, samen beter zicht krijgen op het leerproces van studenten/leerlingen, mentorenoverleg op school gekoppeld aan gedeelde professionalisering,…
  • Via grensgangers: Denk hierbij aan bruggenbouwers die zelf voortdurend op het grensvlak tussen school en werk bewegen. Deze sleutelfiguren waren cruciaal in onze trajecten (zie ‘Afspraken’).
  • Via grensobjecten: We gingen in onze trajecten aan de slag met verschillende tools die verbindend werkten tussen school en werk. Bv. het reflectieweb om gezamenlijk de leerontwikkeling visueel te maken en te bespreken; de gesprekswaaier om gezamenlijk als begeleiders het wendbaar vakmanschap in HLO’s aan te spreken.